De methodologie van de Selef desbetreffende Idjtihaad en Taqlied.
Verboden en toegestane vormen van Taqlied (blindvolgen)
De toegestane vorm van Taqlied:
Shaych Saalih al-Fauwzaan (hafidhahullaah) heeft hierover gezegd: “En betreffende de toegestane vorm van het blind volgen (at-taqliedoel-moebaah), dan is dit voor de algemene persoon ('ammee) die, als hij niet de mensen van kennis volgt hij zal afdwalen van het pad van Allaah. Allaah, de Almachtige en Majesteitelijke, zegt:
“Vraag de mensen van kennis indien jullie het niet weten.” (Soerah an-Nahl 16:43)
En Taqlied (blindelings volgen) wordt niet gedaan bij zo maar iemand. Eerder, wordt het gedaan bij degene waaraan kennis en vroomheid wordt toegeschreven en hier om bekend staat bij de mensen.” (Moentaqaa min Fataawaa (5/363))
Shaychoel-Islaam Ibn Taymiyyah (rahimahullaah) zei: “Wanneer een Moslim tegen over een problematische situatie staat, dan moet hij trachten een uitspraak te verkrijgen van iemand waarvan hij gelooft dat die hem een uitspraak zal geven gebaseerd op wat Allaah en Zijn Boodschapper (salallaahu aleihi wa sallem) wettig hebben gemaakt; welke school van belijding (madhab) hij dan ook heeft. Het is geen verplichting voor elke moslim om een bepaald individu van onder de Geleerden blindelings in alles wat hij zegt te volgen. Noch is het een verplichting voor elke moslim om een bepaalde madhab van de Geleerden blind te volgen. Sterker nog, van elke persoon wordt diens uitspraken genomen of gelaten, behalve die van Allaah`s het, het volgen van een Imaam of persoon zonder zijn bewijsvoering te kennen.
Boodschapper (salallaahoe `alayhie was sallem). Het volgen van een madhab van een bepaald individu vanwege een onvermogen van weten wat wettig is gemaakt, is van datgene wat toegestaan is; het is niet hetgeen wat verplicht is voor elke individu, als zij de mogelijkheid hebben om te weten wat wettig is zonder deze vorm van blindelings volgen (taqlied). Dus elke individu moet Allaah zoveel hij kan vrezen, en kennis zoeken van hetgeen wat Allaah en Zijn Boodschapper (salallaahoe `alayhie was sallem) ons hebben opgedragen; (namelijk het) doen van hetgeen wat is opgedragen en het wegblijven van hetgeen wat verboden is.” (Madjmoo’ Fataawaa (20/208-209))
Shaychoel-Islaam Ibn Taymiyyah zei ook: “En voor degene die het vermogen heeft om idjtihaad3 uit te voeren, is het dan voor hem toegestaan om taqlied te maken? Over deze vraag is een verschil van mening, maar de correcte mening is, dat het toegestaan is voor degene als hij niet in staat is om idjtihaad uit te voeren; vanwege de bewijzen die hetzelfde zijn, of vanwege een tijdsdwang om idjtihaad uit te voeren, of door de bewijzen die niet duidelijk voor hem zijn. Dus, in (zulke) gevallen waardoor hij er niet toe in staat is, dan vervalt de verplichting van het maken van idjtihaad vanwege zijn onvermogen.” (Madjmoo Fataawaa 20/204)
De verboden vormen van Taqlied
Ibn al-Qayyim (rahimehoellaah) zei over de verboden vormen van taqlied:
“Dit is van drie typen:
1. Totaal weg gaan van hetgeen wat Allaah heeft doen nederdalen, maar eerder tevreden zijn met de taqlied van onze voorvaderen.
2. Het doen van taqlied van diegene waarvan je niet weet of die persoon iemand is waarvan zijn uitspraak kan worden aangenomen.
3. Het doen van taqlied nadat de bewijzen duidelijk zijn gemaakt en het duidelijk wordt dat de bewijzen de mening van diegene tegenspreekt die taqlied doet. (Ilaamul-Moewaqqieen (2/188))
Iemaam Ahmad bin Hanbal (rahimehoellaah) zei: “Hoe vreemd is het dat mensen die de ketting van een overlevering van een hadieth (isnaad) en zijn authenticiteit kennen, en toch de mening van Soefyaan [ath-Thawrie] volgen, ook zegt Allaah, de Nobele:
“Laat diegene die de opdracht van de Boodschapper tegengaan oppassen, uit vrees dat hen geen rampspoed (fitnah) zal overkomen, of een pijnlijke bestraffing hen zal worden opgelegd.” (Soerah an-Noer 24:63)
Weet jij wat die fitnah is? Die fitnah is shirk! Gezien de verwerping van zijn uitspraken door sommigen, opsplitsing kunnen veroorzaken die het hart binnentreden, en het dus vernietigen.” (Overgeleverd door Ibn Battah in al-Ibaanatoel-Koebraa (no.97). Refereer ook naar al-Masaail (3/1355) van Abdoellaah ibn Iemaam Ahmad)
Shaych Abdur-Rahmaan ibn Hasan (de kleinzoon van Mohammad ibn Abdoel-Wahab) (rahimehoellaah) zei: “In de woorden van Iemaam Ahmad (rahimehoellaah) is een indicatie dat; het doen van taqlied voordat de bewijzen een persoon bereiken niet afkeurenswaardig is. Eerder, degene die men moet censureren is de persoon bij wie de bewijzen hem bereiken, maar hij er vervolgens toch tegenstrijdig aan is door zich vast te houden aan de uitspraak van zijn geleerde.” (Fathoel-Madjied (2/649)
De toegestane vorm van Taqlied:
Shaych Saalih al-Fauwzaan (hafidhahullaah) heeft hierover gezegd: “En betreffende de toegestane vorm van het blind volgen (at-taqliedoel-moebaah), dan is dit voor de algemene persoon ('ammee) die, als hij niet de mensen van kennis volgt hij zal afdwalen van het pad van Allaah. Allaah, de Almachtige en Majesteitelijke, zegt:
“Vraag de mensen van kennis indien jullie het niet weten.” (Soerah an-Nahl 16:43)
En Taqlied (blindelings volgen) wordt niet gedaan bij zo maar iemand. Eerder, wordt het gedaan bij degene waaraan kennis en vroomheid wordt toegeschreven en hier om bekend staat bij de mensen.” (Moentaqaa min Fataawaa (5/363))
Shaychoel-Islaam Ibn Taymiyyah (rahimahullaah) zei: “Wanneer een Moslim tegen over een problematische situatie staat, dan moet hij trachten een uitspraak te verkrijgen van iemand waarvan hij gelooft dat die hem een uitspraak zal geven gebaseerd op wat Allaah en Zijn Boodschapper (salallaahu aleihi wa sallem) wettig hebben gemaakt; welke school van belijding (madhab) hij dan ook heeft. Het is geen verplichting voor elke moslim om een bepaald individu van onder de Geleerden blindelings in alles wat hij zegt te volgen. Noch is het een verplichting voor elke moslim om een bepaalde madhab van de Geleerden blind te volgen. Sterker nog, van elke persoon wordt diens uitspraken genomen of gelaten, behalve die van Allaah`s het, het volgen van een Imaam of persoon zonder zijn bewijsvoering te kennen.
Boodschapper (salallaahoe `alayhie was sallem). Het volgen van een madhab van een bepaald individu vanwege een onvermogen van weten wat wettig is gemaakt, is van datgene wat toegestaan is; het is niet hetgeen wat verplicht is voor elke individu, als zij de mogelijkheid hebben om te weten wat wettig is zonder deze vorm van blindelings volgen (taqlied). Dus elke individu moet Allaah zoveel hij kan vrezen, en kennis zoeken van hetgeen wat Allaah en Zijn Boodschapper (salallaahoe `alayhie was sallem) ons hebben opgedragen; (namelijk het) doen van hetgeen wat is opgedragen en het wegblijven van hetgeen wat verboden is.” (Madjmoo’ Fataawaa (20/208-209))
Shaychoel-Islaam Ibn Taymiyyah zei ook: “En voor degene die het vermogen heeft om idjtihaad3 uit te voeren, is het dan voor hem toegestaan om taqlied te maken? Over deze vraag is een verschil van mening, maar de correcte mening is, dat het toegestaan is voor degene als hij niet in staat is om idjtihaad uit te voeren; vanwege de bewijzen die hetzelfde zijn, of vanwege een tijdsdwang om idjtihaad uit te voeren, of door de bewijzen die niet duidelijk voor hem zijn. Dus, in (zulke) gevallen waardoor hij er niet toe in staat is, dan vervalt de verplichting van het maken van idjtihaad vanwege zijn onvermogen.” (Madjmoo Fataawaa 20/204)
De verboden vormen van Taqlied
Ibn al-Qayyim (rahimehoellaah) zei over de verboden vormen van taqlied:
“Dit is van drie typen:
1. Totaal weg gaan van hetgeen wat Allaah heeft doen nederdalen, maar eerder tevreden zijn met de taqlied van onze voorvaderen.
2. Het doen van taqlied van diegene waarvan je niet weet of die persoon iemand is waarvan zijn uitspraak kan worden aangenomen.
3. Het doen van taqlied nadat de bewijzen duidelijk zijn gemaakt en het duidelijk wordt dat de bewijzen de mening van diegene tegenspreekt die taqlied doet. (Ilaamul-Moewaqqieen (2/188))
Iemaam Ahmad bin Hanbal (rahimehoellaah) zei: “Hoe vreemd is het dat mensen die de ketting van een overlevering van een hadieth (isnaad) en zijn authenticiteit kennen, en toch de mening van Soefyaan [ath-Thawrie] volgen, ook zegt Allaah, de Nobele:
“Laat diegene die de opdracht van de Boodschapper tegengaan oppassen, uit vrees dat hen geen rampspoed (fitnah) zal overkomen, of een pijnlijke bestraffing hen zal worden opgelegd.” (Soerah an-Noer 24:63)
Weet jij wat die fitnah is? Die fitnah is shirk! Gezien de verwerping van zijn uitspraken door sommigen, opsplitsing kunnen veroorzaken die het hart binnentreden, en het dus vernietigen.” (Overgeleverd door Ibn Battah in al-Ibaanatoel-Koebraa (no.97). Refereer ook naar al-Masaail (3/1355) van Abdoellaah ibn Iemaam Ahmad)
Shaych Abdur-Rahmaan ibn Hasan (de kleinzoon van Mohammad ibn Abdoel-Wahab) (rahimehoellaah) zei: “In de woorden van Iemaam Ahmad (rahimehoellaah) is een indicatie dat; het doen van taqlied voordat de bewijzen een persoon bereiken niet afkeurenswaardig is. Eerder, degene die men moet censureren is de persoon bij wie de bewijzen hem bereiken, maar hij er vervolgens toch tegenstrijdig aan is door zich vast te houden aan de uitspraak van zijn geleerde.” (Fathoel-Madjied (2/649)
0 reacties:
Een reactie posten